Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte. Dat betekent dat het eigen afweersysteem de oorzaak is. Normaal ruimt de afweer alleen ziektes op in je lichaam. Bij diabetes type 1 vergist het afweersysteem zich. Het vernielt per ongeluk de cellen in de alvleeklier die insuline aanmaken. Deze cellen, beta celle genaamd, zijn de enige plaats in het lichaam waar insuline word aangemaakt. Zonder dit heeft het lichaam een tekort, waardoor er teveel glucose in het bloed blijft hangen.

Diabetes type 1 begint vaak tijdens de kindertijd en ongeveer voor de helft is het voor de 20st ontwikkeld. De meeste gevallen krijgen hele jongen mensen het, komt niet zo vaak voor dat iemand van boven de 40 het krijgt.

Het is nog niet bekend hoe het komt dat het afweersysteem zich vergist. Waarschijnlijk begint het met een erfelijke aanleg. Die hoeft trouwens niet per se van ouders of grootouders te komen (zie erfelijke aanleg bij diabetes type 1). Dat kan gewoon toeval zijn. Heeft iemand de aanleg om diabetes type 1 te krijgen, dan is het nog niet eens zeker dat hij het krijgt. Maar de kans is groter dat het afweersysteem op een bepaald moment een fout maakt.

Klachten:

• veel dorst en veel plasseen, dit komt door de overmatiger glucose. Het lichaam verhoogt de urine productie, om de glucose uit het lichaam te krijgen, hierdoor verlies je vocht.                                     
  
• afvallen zonder dat daar een reden voor is
• ziek en beroerd voelen
• veel honger hebben, of juist helemaal niet
• wazig zien, door het vochtverlies kunnen de ogen uitdrogen.
  
• misselijk zijn of overgeven