Eigenschappen Gebruiksaanwijzing accu-check aviva:

Handen wassen, goed afdrogen.

Prikapparaat klaarmaken:

Stap 1 Handen en meetplaats reinigen met water en zeep en goed drogen.

Stap 2 Het prikkapje recht van de pen aftrekken.

Stap 3 Lancethouder plaatsen inclusief 6 lancetten (Gebruikte lancethouder verwijderen en de nieuwe lancethouder met de blauwe ring naar voren op de pen plaatsen, duwen tot hoorbare klik).

Stap 4 Het prikkapje terug plaatsen op de pen.

Stap 5 De volgende lancet komt steeds beschikbaar door het draaien van de spanknop.

Stap 6 Met het draaibare prikkapje de prikdiepte instellen.

Teststrip uit flacon halen, flacon meteen sluiten. Anders kunnen ze beschadigen.

Teststrip met het test veld naar boven gericht in de meter schuiven. De meter start nu automatisch. Een bloeddruppelsymbool verschijnt op het afleesvenster.

Stap 7 Het apparaat spannen door de spanknop aan de bovenzijde in te drukken. Het drukknopje komt omhoog en wordt geel.

Stap 8 Neem de pen met het drukknopje naar boven gericht tussen duim en middelvinger en plaats de opening op de zijkant van de vingertop (op de hand die je niet gebruikt).

Stap 9 Prikken door met de wijsvinger op het gele knopje te drukken.

Stap 10 Witte streepjes op de spanknop geven het aantal nog te gebruiken lancetten aan.

Stap 11 zachtjes op de vingertop drukken, tot er een bloedruppel verschijnt.

Houd de bloeddruppel tegen de uitsparing aan de voorkant van het gele testveld van de teststrook. Breng geen bloed op aan de bovenkant van de teststrook. Zodra  het apparaat begint te piepen, is er voldoende bloed in de teststrook opgezogen. Als het bloed is opgezogen, maar je hoort niks piepen, dan mag je binnen vijf seconden nog extra bloed opzuigen.

Wachten tot de uitslag verschijnt en de waarde in het diabetesdagboekje noteren.

Teststrip uit de meter verwijderen, de meter schakelt automatisch uit.

Het lancetje uit het prikapparaat verwijderen en in de naaldencontainer gooien.